Waarom onderhoud?
- Om de levensduur van je instrument te verlengen
- Om je speelplezier te waarborgen
- Om de dirigent en je medemuzikanten niet te ergeren met losse kleppen, vastzittende ventielen, vastzittende stempompen, enzovoort.
Waar naar toe met je instrument voor onderhoud en/of reparatie?
Voor reparaties en onderhoudsbeurten van blaasinstrumenten op rekening van het VMK moet je eerst een reparatiebon vragen bij onze instrumentenbeheerder Geert Coppens. De opdrachtbon wordt doorgemaild naar de reparateur en vervolgens breng je zelf je instrument naar de reparateur.
Aanschaf, reparatie en onderhoud van slagwerk gaat uitsluitend via de contactpersoon van de slagwerkgroep Angelique van de Burgt i.o.m. de instrumentenbeheerder van het VMK Geert Coppens.
Alleen bij de onderstaande reparateur kun je terecht voor reparaties op rekening van het VMK:
Johan van Geffen
Provincialeweg 3
5503 HA Veldhoven
tel: (040) 2537518
e-mail: info@deblaasinstrumentenspecialist.nl
Enkele algemene nuttige tips:
- Voor het schoonmaken van blaasinstrumenten zijn speciale wissers en doekjes te koop.
- Berg geen losse onderdelen zoals pupiters (lessenaars) en dergelijke, in je koffer op, of er moet een aparte opbergruimte voor zijn.
- Voorkom verontreiniging van je instrument door voor het spelen alle etensresten uit je mond te verwijderen. Ook niet spelen met kauwgom of snoep in je mond!
- “Repareer” in geen geval je instrument zelf. Laat dat aan de vakman over!
Volg de onderhoudsvoorschriften (zie de handleidingen op deze site) zo goed mogelijk op. Mochten er alsnog problemen ontstaan meldt dit bij onze instrumentbeheerder. Wacht hiermee niet te lang, want het probleem met je instrument kan steeds erger worden. Hoe moeilijker te repareren, hoe meer onkosten.
Handleidingen:
Het doel van deze gebruiksaanwijzing is het verstrekken van de benodigde informatie i.v.m. het bespelen en onderhoud van je instrument om er jarenlang plezier aan te beleven. Lees de volgende punten aandachtig door om eventuele problemen sneller te kunnen oplossen en van je muzikale activiteit te kunnen blijven genieten.
In elkaar zetten:
- Haal het instrument voorzichtig uit de koffer. Leg het instrument op je schoot, met de mondstukhouder naar je toe.
- Draai het mondstuk voorzichtig met een kwartdraai rechtsom in de houder.
- Doe je rechterduim in de duimring. Laat je vingertoppen boven op de ventielen rusten zonder je pols te buigen. Houd je vingers licht gebogen.
- Pak met je linkerhand de hoofdbuis, schuin tegenover de beker. Breng het instrument naar je mond.
- Zorg dat je gemakkelijk bij het mondstuk kunt. Zit als je speelt altijd met een rechte rug, schouders naar achteren en ontspannen, je voeten plat op de grond. Je krijgt een toon door in het mondstuk te ‘buzzen’: door het midden van je lippen er snel tegenaan te laten trillen. (Breng je lippen tegenelkaar alsof je de ‘m’ wil zeggen en breng ze aan het trillen met een forse luchtstroom).
Hoorn:
- Houd de hoorn in je linkerhand en zet hem met de beker op je rechterdij. Laat de beker naar achteren wijzen, met een kleine afwijking naar rechts.
- Draai het mondstuk met je rechterhand voorzichtig in de mondstukhouder.
- Steek je linkerduim in de duimring en laat je vingertoppen op de ventielen rusten. Steek je pink in de pinkring.
- Maak je rechterhand een beetje hol met de vingers tegen elkaar. Leg je duim tegen je wijsvinger. Steek je hand in de beker. De rug van je vingers moet het achterste van de beker raken.
- Zie boven.
Uit elkaar halen:
- Verwijder speeksel en condensvocht uit het instrument door de waterklep te openen en tegelijk in het instrument te blazen. Een hoorn hou je ondersteboven als hij geen waterklep heeft. Je kunt ook nog de ‘stembuis’ verwijderen en zo het water weg laten lopen.
- Verwijder het mondstuk en maak het met een zachte doek schoon.
- Veeg het instrument (op de plaatsen waar je het vasthoudt) af met een zachte doek om de buitenkant c.q. het vernis te beschermen. Voor verzilverde instrumenten kun je een zilverpoetsdoek gebruiken.
- Leg het instrument weer voorzichtig terug in de koffer en sluit deze.
Onderhoud:
- Spoel je mondstuk eenmaal in de week uit met lauw leidingwater en droog het daarna grondig.
- Ventielen hebben af en toe een drupje olie nodig. Houd, tijdens het smeren van de ventielen, de volgende dingen in de gaten. Om elke verwarring van de ventielen meteen de kop in te drukken smeer je ze het beste altijd één voor één. Schroef de bovenste ventielkap voorzichtig los en haal het betreffende ventiel uit de behuizing. Let erop telkens maar een paar druppels op het ventieloppervlak te laten lopen. Steek het ventiel na het smeren weer voorzichtig in de behuizing. Draai het zo lang met de klok mee tot je het hoort “vastklikken”. Het ventiel bevindt zich nu weer op de juiste plaats. Druk het ventiel tijdens het vastdraaien van de ventielkap naar beneden om de olie gelijkmatig in de behuizing te verdelen.
- Bij draaiventielen (cilinders) moet je het volgende in de gaten houden: Houd het betreffende ventiel ingedrukt, terwijl je er de stempomp uittrekt. Laat een paar druppels rotor olie in de stempomp zelf lopen, steek de stempomp terug en keer het instrument om, zodat de olie in de behuizing kan lopen. Druk het ventiel verschillende keren in om de olie gelijkmatig te verdelen.
- Als een ventiel na het smeren niet naar behoren loopt, moet je zowel het ventiel als de ventielbehuizing op stof en ander vuil controleren.
- Voor het onderhoud van de verschillende pompen heb je pompvet nodig. Houd het volgende goed in de gaten. Houd het betreffende ventiel ingedrukt, terwijl je er de stempomp uittrekt. Maak de stempomp met een zachte reinigingsdoek schoon. Smeer nu een beetje vet op de stempomp en verdeel het gelijkmatig. Schuif de stempomp weer in de daarvoor bestemde opening. Door hem herhaaldelijk in te drukken en weer uit te trekken verdeel je het vet gelijkmatig.
Voorzichtig!
- Schuif het mondstuk altijd zonder geweld of druk in de betreffende pijp, omdat het anders misschien klem komt te zitten.
- Elk ventiel en elke ventielbehuizing is genummerd. Een ventiel past alleen in de behuizing van het overeenkomstige nummer.
- Draai de ventielen, tijdens het insteken in de behuizing, zo lang met de klok mee tot je ze hoort “vastklikken”. Het ventiel bevindt zich nu weer op de juiste plaats.
- Leg het instrument nooit op een stoel of op andere plaatsen waar het gemakkelijk kan vallen. Gebruik uitsluitend een geschikt instrumentstandaard of leg het instrument meteen weer in zijn koffer. Laat ook eens van tijd tot tijd de koffer open staan zodat het instrument goed kan drogen.
- Gebruik nooit koperpoets, zilverpoets e.d. voor de schoonmaak van de buitenkant. Deze middelenzijn te agressief.
- Laat het instrument uitsluitend door een gekwalificeerde instrumentenbouwer of een bekwame dealer afregelen of herstellen. Probeer nooit je instrument zelf te herstellen.
Tweemaandelijks onderhoud:
- Eenmaal per twee maanden moet je het instrument uit elkaar nemen. Draai eerst de ventieldoppen aan de onderkant eraf. Draai de ventielen los en leg ze op volgorde neer. De meeste ventielen zijn genummerd, 1 – 2 – 3. Leg alle onderdelen in water, bijvoorbeeld in bad of plastic bak. Het beste kun je hiervoor lauwwarm water gebruiken met een beetje groene zeep of shampoo. Het instrument zo een half uur laten liggen. Geen agressieve reinigingsmiddelen gebruiken! Alle onderdelen met een flexibele wisser (spiraalreiniger) doortrekken en naspoelen met schoon stromend water.
- Pompen ontdoen van oud vet en opnieuw invetten met speciaal pompenvet. Gebruik geen vaseline, want bij hoge temperatuur drijft het weg en bij lage temperatuur stolt het.
- Gebruik voor de triggerpompen dun vet met triggerolie (geen ventielolie).
- Ventielen schoonmaken met een katoenen of flanellen doek en opnieuw oliën met een paar druppels speciale ventielolie. Voor het poetsen van de binnenkant der ventielhuizen, bestaan speciale borsteltjes. Maar je kunt dit ook doen door een doek om een stukje rond hout ter grootte van een potlood te draaien en daarmee door het ventielhuis heen en weer te wrijven.
- Buitenkant van het instrument met een (andere) flanellen doek reinigen en drogen.
- Alle onderdelen van het instrument moeten gemakkelijk verwijderd en teruggeplaatst kunnen worden. Is dit niet het geval, wend je dan tot de vakman.
- Als je het instrument voor langere tijd niet gebruikt, is het verstandig de ventielen en stempompen vooraf te reinigen en opnieuw in te vetten, te oliën en de pompen een stukje getrokken laten staan, zodat er niets kan gaan vastzitten.
Het doel van deze gebruiksaanwijzing is het verstrekken van de benodigde informatie i.v.m. het bespelen en onderhoud van je instrument om er jarenlang plezier aan te beleven. Lees de volgende punten aandachtig door om eventuele problemen sneller te kunnen oplossen en van je muzikale activiteit te kunnen blijven genieten.
In elkaar zetten:
- Vet de kurk aan de verbindingstappen in met kurkvet.
- Bb-klarinet – Schuif het tonnetje met lichte draaibewegingen aan het bovenstuk.
Bb-basklarinet – Schuif de S-bocht van de basklarinet met lichte draaibewegingen op de body. - Verbind de beker en het onderstuk eveneens via lichte draaibewegingen met elkaar.
- Pak het bovenstuk met je vingers op de ringkleppen. Zet het bovenstuk met een lichte draaibeweging in het onderstuk, terwijl je de ringkleppen van het bovenstuk ingedrukt houdt. Zodoende voorkom je namelijk schade aan het verbindingsmechanisme (de ‘brug’) van de kleppen. Hou daarbij het onderstuk vast zonder in het mechaniek te knijpen. De beker zorgt voor extra houvast.
- Draai het mondstuk met lichte bewegingen op het tonnetje. Je kunt de klarinet hierbij het beste dan op je been zetten. Let erop het mondstuk en de kleppen op één lijn te zetten.
- Schuif de rietbinder over het mondstuk. Leg het natgemaakte rietje op de vlakke kant van het mondstuk onder de rietbinder en zorg dat de raden van de tip precies gelijk lopen met de randen en de tip van het mondstuk. Schuif de rietbinder op zijn plaats en zet het vast. Let er wel op dat het klarinetrietje niet uit het mondstuk uitsteekt, maar op één lijn met dit laatste ligt.
Uit elkaar halen:
- Trek het mondstuk met lichte draaibewegingen van het tonnetje en draai de rietbinder los om het rietje te kunnen verwijderen.
- Druk op de ringkleppen van het bovenste stuk en verwijder tegelijk het bovenstuk van het onderstuk.
- Haal het tonnetje van het bovenste stuk.
- Verwijder de beker van het onderste stuk.
Onderhoud:
- Maak, na het spelen, alle onderdelen van de klarinet van binnen schoon om het condensvocht te verwijderen. Neem een doortrekwisser (katoenen, zeemleren of zijden doek met een touwtje en een gewichtje) en trek hem verschillende keren langzaam door elk onderdeel.
- Wrijf alle delen voorzichtig met een zachte doek schoon (bijvoorbeeld een flanellen doek, die pluist niet en neemt vocht op). Ga voorzichtig te werk om de kleppen niet te bekrassen of te beschadigen.
- Spoel het rietje zo mogelijk af met schoon water en droog het af aan een katoenen doek of haal het tussen je duim en wijsvinger door, altijd richting tip. Bewaar het rietje in een rietenhouder om te voorkomen dat het kromtrekt of beschadigt. Spoel het mondstuk af en droog het met een (zak)doekje of kleine wisser.
- Plakkerige polsters kun je meestal zelf makkelijk verhelpen. Steek powderpaper tussen polster en toongat en tik de klep voorzichtig met je vingertop een paar keer dicht. Geen druk uitoefenen. Als dit geen resultaat heeft kun je het proberen met een wattenstaafje gedrenkt in pad-life. Gebruik geen talkpoeder, krijt of papieren zakdoekjes. Voorkom plakkende polsters door geen zoete spullen te drinken of te eten tussen het spelen door.
- Door de schroeven af en toe te oliën zorg je ervoor dat het mechaniek lekker soepel blijft lopen (alleen met speciale olie en dan zo weinig mogelijk gebruiken). Het best dompel je een naald of speld in het olieflesje en breng je een druppeltje olie (die aan de naald blijven hangen) op de bewegende onderdelen van het mechaniek aan.
Voorzichtig!
- Druk tijdens de assemblage of het uit elkaar halen nooit op de kleppen om te voorkomen dat het kleppenmechaniek wordt beschadigd.
- Stel het instrument nooit bloot aan extreme hitte, koude of vochtigheid om de houten body tegen scheuren te beschermen.
- Gebruik nooit koperpoets, zilverpoets e.d. voor de schoonmaak van het mechaniek. Restjes kunnen in de scharniertjes, tussen de assen of op de polsters terecht komen. Bovendien zijn deze middelen te agressief. Een verzilverde sax kan je af en toe poetsen met een zilverpoetsdoek.
- Wrijf nooit met een schurend middel over de polsters, omdat dit de levensduur ervan verkort.
- Leg de klarinet op een veilige plaats om er zeker van te zijn dat hij niet beschadigd wordt. Leg hem nooit op een lessenaar, een stoel of op andere plaatsen waar hij gemakkelijk kan vallen. Zet hem in een pauze op een klarinetstandaard en berg het instrument na het spelen in zijn koffer of hoes (gigbag) op. De polsters moeten kunnen drogen, dus laat je koffer zo mogelijk nog een tijdje open staan.
- Laat het instrument uitsluitend door een gekwalificeerde instrumentenbouwer of een bekwame dealer afregelen of herstellen. Probeer nooit het instrument zelf af te stellen.
Het doel van deze gebruiksaanwijzing is het verstrekken van de benodigde informatie i.v.m. het bespelen en onderhoud van je instrument om er jarenlang plezier aan te beleven. Lees de volgende punten aandachtig door om eventuele problemen sneller te kunnen oplossen en van je muzikale activiteit te kunnen blijven genieten.
In elkaar zetten:
- Week het riet in een klein bakje met water. Als de kurk van de tap uitgedroogd is, wrijf het dan in met een beetje kurkvet of (zuurvrije) vaseline.
- Houd het kopstuk in je linker- en het middenstuk in je rechterhand. Druk met je vingers de ronde kleppen boven de toongaten in. Pak het middenstuk met je rechterhand. Druk ook de ronde kleppen op dit deel in. Schuif nu de beide delen met een lichte draaibeweging in elkaar. De verbindingsmechanieken moeten precies op elkaar aansluiten, waaarbij die van het bovenstuk boven die van het middenstuk moet liggen.
- Houd het instrument in je linkerhand en pak met je rechterhand de beker. Druk de bekerklep in, zodat het verbindingsmechaniek van de beker omhoog komt. Draai de beker voorzichtig op de tapkurk. Beide verbindingsmechanieken moeten precies op elkaar aansluiten, waarbij die van het middenstuk onder die van de beker moeten liggen.
- Neem het riet tussen je lippen. Je tanden mogen het riet niet raken. Vorm de embouchure en blaas het water er met een krachtige stoot uit. Als het goed is, klinkt daarbij een soort vogelschreeuw (“kraaien”). Schuif de stift voorzichtig helemaal in het bovenstuk.
- Leg je rechterduim onder de duimsteun en je linkerduim net iets onder de octaafklep. Buig je vingers lichtjes en houd het instrument recht vooruit iets schuin naar beneden.
Uit elkaar halen:
- Verwijder het riet voorzichtig en blaas er lucht doorheen – spoel het rietje zo mogelijk af met schoon water en droog het af aan een katoenen doek of haal het tussen je duim en wijsvinger door, altijd richting tip. Stop het daarna terug in het rietendoosje.
- Haal het instrument uit elkaar zoals je het in elkaar gezet hebt, maar dan in omgekeerde volgorde.
- Leg elk onderdeel terug in de daarvoor bestemde uitsparing in de koffer.
Onderhoud:
- Maak, na het spelen, alle onderdelen van de hobo van binnen schoon om het condensvocht te verwijderen. Neem een doortrekwisser (katoenen, zeemleren of zijden doek met een touwtje en een gewichtje) en trek hem verschillende keren langzaam door elk onderdeel. Het gewicht dat aan het doekje zit, laat je in de buis vallen om het doekje er vervolgens door te trekken. Houd er rekening mee dat de opening van het bovenstuk te nauw is om het doekje er doorheen te trekken; trek het in dit geval dus terug. Als je het vocht niet verwijdert, zou het hout na verloop van tijd kunnen barsten.
- Wrijf alle delen voorzichtig met een zachte doek schoon (bijvoorbeeld een flanellen doek, die pluist niet en neemt vocht op). Ga voorzichtig te werk om de kleppen niet te bekrassen of te beschadigen.
- Wanneer er onder het spelen water in een van de kleppen komt, kan dit verwijderd worden door middel van een vloeitje. Wanneer dit niet wordt gedaan, kunnen sommige tonen niet goed, of helemaal niet klinken.
- Plakkerige polsters kun je meestal zelf makkelijk verhelpen. Steek powderpaper tussen polster en toongat en tik de klep voorzichtig met je vingertop een paar keer dicht. Geen druk uitoefenen. Als dit geen resultaat heeft kun je het proberen met een wattenstaafje gedrenkt in pad-life. Gebruik geen talkpoeder, krijt of papieren zakdoekjes. Voorkom plakkende polsters door geen zoete spullen te drinken of te eten tussen het spelen door.
- Door de schroeven af en toe te oliën zorg je ervoor dat het mechaniek lekker soepel blijft lopen (alleen met speciale olie en dan zo weinig mogelijk gebruiken). Het best dompel je een naald of speld in het olieflesje en breng je een druppeltje olie (die aan de naald blijven hangen) op de bewegende onderdelen van het mechaniek aan.
Voorzichtig!
- Hobo’s hebben een ingewikkelde applicatuur. Anders dan bij andere instrumenten staan de meeste kleppen met elkaar in verbinding. Een klep kan in verbinding staan met wel vier andere kleppen, alle kleppen moeten dan precies met elkaar in evenwicht zijn. Als dit evenwicht verstoord wordt speelt de hobo niet meer lekker. Dit evenwicht kan verstoord worden door kleine veranderingen zoals een stelkurkje dat iets ingeklonken is, een schroef die een fractie losser of vaster gezet wordt, een tikje tegen een as die daardoor verbuigt, een polster die een klein beetje scheef is gaan staan. Aanvankelijk merk je misschien niet veel van de lekkages doordat je harder gaat knijpen met je vingers. Maar een lekkage gaat al direct ten koste van de resonantie van een instrument.
- Druk dus tijdens de assemblage of het uit elkaar halen nooit op de kleppen om te voorkomen dat het kleppenmechaniek wordt beschadigd.
- Stel het instrument nooit bloot aan extreme hitte, koude of vochtigheid om de houten body tegen scheuren te beschermen.
- Gebruik nooit koperpoets, zilverpoets e.d. voor de schoonmaak van het mechaniek. Restjes kunnen in de scharniertjes, tussen de assen of op de polsters terecht komen. Bovendien zijn deze middelen te agressief. Een verzilverde mechaniek kan je af en toe poetsen met een zilverpoetsdoek.
- Wrijf nooit met een schurend middel over de polsters, omdat dit de levensduur ervan verkort.
- Leg de hobo op een veilige plaats om er zeker van te zijn dat hij niet beschadigd wordt. Leg hem nooit op een lessenaar, een stoel of op andere plaatsen waar hij gemakkelijk kan vallen. Zet hem in een pauze op een hobostandaard en berg het instrument na het spelen in zijn koffer of hoes (gigbag) op. De polsters moeten kunnen drogen, dus laat je koffer zo mogelijk nog een tijdje open staan.
- Laat het instrument uitsluitend door een gekwalificeerde instrumentenbouwer of een bekwame dealer afregelen of herstellen. Probeer nooit het instrument zelf af te stellen. Zelf aan de schroeven draaien (al is het maar een beetje) kan grote gevolgen hebben voor de speelkwaliteit van je hobo.
Het doel van deze gebruiksaanwijzing is het verstrekken van de benodigde informatie i.v.m. het bespelen en onderhoud van je instrument om er jarenlang plezier aan te beleven. Lees de volgende punten aandachtig door om eventuele problemen sneller te kunnen oplossen en van je muzikale activiteit te kunnen blijven genieten.
In elkaar zetten:
- Haal eerst het middenstuk uit de koffer: zet een vinger tegen de rand van het kleploze uiteinde, til het een stukje omhoog, hou de andere kant met je andere hand tegen en pak het dan aan het kleploze uiteinde vast. Pak het kopstuk op dezelfde manier aan de rand uit de koffer. Houd het kopstuk in je linker- en het middenstuk in je rechterhand. Schuif het kopstuk met een lichte draaibeweging in het middenstuk. Zorg dat het mondgat en de kleppen van het middenstuk op een rechte lijn liggen.
- Til de voet uit de koffer, weer op dezelfde manier. Houd kop- en middenstuk in je linker- en het voetstuk in je rechterhand. Schuif het voetstuk met een lichte draaibeweging in het middenstuk en zorg dat mondgat, de kleppen van het middenstuk en de lange kleppenas op het voetstuk op één lijn liggen.
- Leg je hand helemaal rond het mechaniek tijdens het aanbrengen van het voetstuk. Als je namelijk probeert het voetmechaniek niet aan te raken, is de kans groot dat je wegglipt en een klep verbuigt.
- Leg de top van je rechterduim tegen de onderkant van de fluit, tussen je wijs- en middelvinger. Buig je vingers en laat ze op de kleppen rusten. Leg je pink op de Es-klep.
- Leg de fluit met de lipplaat losjes tegen je onderlip en wel zo dat het midden van de opening ook voor het midden van je lippen ligt. Draai het kopstuk nu naar voren totdat ongeveer 1/4 van het mondgat door je onderlip wordt bedekt. Iets meer naar binnen of naar buiten draaien van de kop heeft invloed op de klank en het volume als je je handen in dezelfde positie houdt.
Uit elkaar halen:
- Maak het kopstuk en het middenstuk met lichte draaibewegingen van elkaar los net zoals je ze erop zette
- Maak het voetstuk en het middenstuk met lichte draaibewegingen van elkaar los. Leg je hand ook in dit geval het beste helemaal rond het voetmechaniek.
Onderhoud:
- Schud het vocht uit de fluitstukken. Leg de verschillende fluitstukken op een vlak oppervlak.
- Gebruik een wisserpen met een katoenen doek erom gewikkeld (bijvoorbeeld een zakdoek) om het condensvocht binnenin te verwijderen. Steek een punt van de doek door het oog van de wisser en draai hem om de wisser heen.
- Trek de wisser door de verschillende fluitstukken. Let er bij het kopstuk op dat je de stemkurk niet van zijn plaats duwt. Voor middenstuk en voet zijn er ook doortrekwissers: een katoenen, zemen of zijden lapje met een touwtje en een gewichtje. Een padsaver (een soort lange pluizige pluim) die je in het instrument steekt om het vocht van de polsters op te nemen, heeft als nadeel dat haartjes kunnen loslaten die voor lekkage kunnen zorgen, dus die kun je beter niet gebruiken. Bovendien hebben ze vaak een metalen kern die de boring kan beschadigen.
- Maak de buitenkant van de fluit regelmatig schoon met een zachte, niet pluizende doek.
- Met de wisserpen kun je ook controleren of de stemkurk nog op de goede plaats zit: steek de wisserpen voorzichtig in de kop tot je de stemkurk raakt. De inkeping aan het uiteinde van de wisserpen zie je nu precies in het midden van het mondgat staan. Zo niet dan kan je de kroon iets losdraaien en de kroon iets naar binnen duwen of omhoog trekken en dan weer vastdraaien. Als de stemkurk verschoven is kun je niet alle tonen zuiver spelen.
- De kop kan je af en toe van binnen schoonmaken met een speciale kopwisser of zachte tandenborstel met een beetje afwasmiddel. Je kunt de kop afspoelen onder een lauwwarme kraan, maar haal dan wel eerst de stemkurk eruit.
- Plakkerige polsters kun je meestal zelf makkelijk verhelpen. Steek powderpaper tussen polster en toongat en tik de klep voorzichtig met je vingertop een paar keer dicht. Geen druk uitoefenen. Als dit geen resultaat heeft kun je het proberen met een wattenstaafje gedrenkt in pad-life. Gebruik geen talkpoeder, krijt of papieren zakdoekjes. Voorkom plakkende polsters door geen zoete spullen te drinken of te eten tussen het spelen door.
- Door de schroeven af en toe te oliën zorg je ervoor dat het mechaniek lekker soepel blijft lopen (alleen met speciale kleppenolie en dan zo weinig mogelijk gebruiken). Het best dompel je een naald of speld in het olieflesje en breng je een druppeltje olie (die aan de naald blijven hangen) op de bewegende onderdelen van het mechaniek aan.
Voorzichtig!
- Let er tijdens het in elkaar zetten en uit elkaar halen van de fluit op dat je de kleppen niet verbuigt. Leg je hand altijd over het volledige mechaniek.
- Houd het kopstuk nooit bij de lipplaat vast.
- Stel het instrument nooit bloot aan extreme hitte, koude of vochtigheid.
- Gebruik nooit koperpoets, zilverpoets e.d. voor de schoonmaak van de buitenkant. Restjes kunnen in de scharniertjes, tussen de assen of op de polsters terecht komen. Bovendien zijn deze middelen te agressief. Een verzilverde of zilveren fluit kan je af en toe poetsen met een zilverpoetsdoek.
- Wrijf nooit met een schurend middel over de polsters, omdat dit de levensduur ervan verkort.
- Leg de fluit op een veilige plaats op om er zeker van te zijn dat hij niet beschadigd wordt. Leg hem nooit op een lessenaar, een stoel of op andere plaatsen waar hij gemakkelijk kan vallen. Leg de fluit nooit op het mechaniek. Zet de fluit in een pauze op een fluitstandaard. Berg het instrument na het spelen in zijn koffer op. De polsters moeten kunnen drogen, dus laat je koffer zo mogelijk nog een tijdje open staan.
- Laat het instrument uitsluitend door een gekwalificeerde instrumentenbouwer of een bekwame dealer afregelen of herstellen.